Interview Haagsche Courant

Rome. De laatste etappe. Eindelijk Rome. Maar ook daar laat de herinnering aan de Residentie redacteur Casper Postmaa en fotograaf Frank Jansen niet los. Margreet Hofland uit Den Haag vertelt over haar debuutroman die is gewijd aan ‘Het genie van Rome’.

Margreet Hofland op de Spaanse trappen ‘…’

De ironie wil dat we in de laatste aflevering van de HC Grand Tour weer in de armen van de dood vallen. De laatste speurtocht naar Haagse sporen in den vreemde is de kennismaking met een moordenaar. Een mysterieus fenomeen, dat op de grens van de 16de en 17de eeuw voor veel turbulentie zorgde in de hoofdstad van de kerkelijke staat. Als gids treedt Margreet Hofland uit het Statenkwartier op, in het dagelijks leven docent aan het Haagse Maerlant Lyceum. Haar liefde voor kunst en haar passie voor Italië combineerde ze tot een roman, die komend voorjaar bij uitgeverij ‘In de Knipscheer’zal verschijnen:’Het genie van Rome.’ De theorie van Harry Mulisch, dat het verhaal jou uitkiest en niet omgekeerd, werd ook bij Hofland bewezen. Plotseling viel haar oog op een mooie man met wilde krullen en een fascinerende blik. Hij was afgedrukt op het biljet van 100.000 lire. Zijn naam: Caravaggio, geniaal schilder, moordenaar en woesteling. “Overal kwam ik zijn gezicht tegen. Niet alleen op bankbiljetten, maar ook als de afgehakte kop van Goliath en als een gekwelde, bleke Bacchus na een orgie met veel drank in de Villa Borghese. In de San Luigi kijkt hij goedkeurend toe bij de moord op Mattheüs. Het ongelooflijke was bovendien, dat hij als twee druppels water leek op mijn man. Het verhaal had míj uitgekozen.” In haar roman speelt ze een intrigerend dubbelspel met personen en tijden, altijd is Caravaggio het middelpunt.

Tijd om hem te ontmoeten. In de San Luigi, de kerk vlak bij de Piazza Navona, hangen drie schilderijen van zijn hand. Prachtige kleuren, opvallend licht, veel helderder dan dat van Rembrandt en figuren die schokkend levensecht zijn.

Ook ‘De Madonna van Loreto’ in de Sant’Agostino heeft die kracht. Maria is neergezet als een bloedmooie, sexy vrouw, die achteloos tegen de deurpost leunt met een kind op haar arm. Romeinen herkenden er onmiddellijk de vriendin van Caravaggio in:’die hoer van de Piazza Navona, waar hij iets mee had.’ “Dat was ook zijn probleem”, legt Margreet Hofland uit, “hij beeldde heiligen uit als gewone stervelingen. Andere kunstenaars waren jaloers. ‘Wij schilderen precies zoals de paus het wil en híj krijgt alle roem.’Dat zette kwaad bloed. Ongetwijfeld was Caravaggio opvliegend en arrogant, maar ik betwijfel of hij zo anders was dan tijdgenoten. Er zijn politierapporten bewaard gebleven waarin zijn vechtpartijen zijn opgetekend; hij heeft inderdaad een ober artisjokken in zijn gezicht gegooid omdat ze slecht waren bereid. Als hij niet beroemd was geweest, had niemand het ooit geweten. Duelleren tot de dood erop volgt, hoorde ook tot de cultuur van de tijd.”
De schrijfster treedt even op als de advocaat van haar geliefde genie, want het is de vraag of de fatale daad die Caravaggio beging als een duel kan worden aangemerkt. Hij stak op een tennisbaan Ranuccio Tamassoni, een telg uit een van Rome’s belangrijkste families, dood na een ordinaire ruzie over punten. Gruwelijk was vooral dat zijn tegenstander stierf omdat Caravaggio zijn geslacht had afgesneden.
Daarna namen de gebeurtenissen snel hun tragische loop. Caravaggio, die de doodstraf kreeg, ontvluchte de stad, en begin aan een zwerftocht door het Middellandse Zeegebied, hopend op een mogelijke terugkeer uit ballingschap. Keer op keer was het patroon hetzelfde. Hij oogstte bewondering met zijn duivelse schilderskunst, maar kwam steeds weer in de problemen, en in de gevangenis.

Hofland reisde hem overal na, daalde zelfs af in de put voor gevangenen op Malta waarin Caravaggio weer eens zijn zonden zat te overdenken. Zijn schilderijen deden zijn droom bijna in vervulling gaan. Tegen de prijs van drie doeken mocht hij met gratie van de paus terug naar de stad die hij eerde als een minnares. Met de beker al bijna aan de lippen kwam hij toch nog ten val. Per schip op weg naar huis verdween hij tijdens een tussenstop in Porto ercole en is nooit meer gezien. ‘Het genie van Rome’ vertelt de hele geschiedenis. “Ik heb de hiaten in de opgeleverde verhalen opgevuld, waarbij ik heb geprobeerd te schrijven zoals een surrealist schildert. Zo precies, zo realistisch. Dat je denkt dat het de werkelijkheid zou kunnen zijn.” Margreet Hofland is in Rome om materiaal te verzamelen voor een nieuw boek, maar de stad was haar al bekend als begeleidster van haar leerlingen. Elk jaar gaat ze met een paar vwo-klassen naar Rome, zoals vele Nederlandse scholen dat doen. “Voor de meeste is het de indrukwekkendste gebeurtenis van hun schooltijd. Je kunt plaatjes laten zien, boeken erover lezen, maar de moord op Ceasar ervaar je pas echt als je op diezelfde plek staat en luistert naar een docent die een bevlogen verhaal vertelt. In die zin bestaat de Grand Tour nog steeds. Jonge mensen die leren van een reis naar Rome.”